College beantwoordt vragen 'Strijdig gebruik Leidsevaart 123' van PvdA-fractie na boze brief.
Op 2 oktober 2019 heeft de fractie van de PvdA schriftelijke vragen gesteld aan het college van B&W van de gemeente Noordwijk over het 'Strijdig gebruik van Leidsevaart 123'. Gisteren plaatste we een boze brief van de PvdA-fractie waarin men aangaf dat de fractie, ondanks het vastgelegde termijn van 30 dagen voor beantwoording, na het verstrijken van het termijn nog steeds geen antwoord had gekregen. In dezelfde brief stelde de PvdA vervolgvragen aan het college...
omdat de fractie tot hun verbazing in de gemeenteberichten had gelezen dat er intussen een tijdelijke vergunning was afgeven voor Leidsevaart 123. De PvdA-fractie was daar op zijn zachtst gezegd helemaal niet blij mee. Vandaag kwam de beantwoording dan toch binnen en die kunt u hier op BON lezen.
Beantwoording college op vragen PvdA-fractie 'Strijdig gebruik Leidsevaart 123'.
Op 2 oktober 2019 ontvingen wij schriftelijke vragen ex artikel 39 Reglement van Orde namens de fractie van PvdA. Voordat wij ingaan op deze vragen zouden wij de situatie graag in perspectief willen plaatsen. De indertijd verleende vergunning had als doel een einde te maken aan een aanhoudende discussie over het al dan niet strijdig zijn van het tijdelijke gebruik van de agrarische bedrijfsgebouwen aan het adres Leidsevaart 123 met de bepalingen uit het bestemmingsplan.
Het ging om tijdelijke activiteiten tot mei 2020. Na deze datum zou de ruimte weer ten dienste komen van het agrarische bedrijf. Tegen deze tijdelijke vergunning is destijds bezwaar gemaakt en beroep ingediend en is in stand gebleven. Nu is de gemeente geconfronteerd met een aanvraag voor een tijdelijke omgevingsvergunning voor het mogen voortzetten van het van het bestemmingsplan afwijkende gebruik.
Over de aanvraag omgevingsvergunning, die op 6 augustus is ingediend, is begin november geadviseerd op basis waarvan de tijdelijke vergunning is verleend. Het gaat om een reguliere vergunningaanvraag waarvoor een beslistermijn geldt van 8 weken. Deze aanvraag is niet langs het college gegaan ondanks de afspraak hierover. Er is niet gebleken van nieuwe omstandigheden die een andere belangenafweging rechtvaardigen en dus moest van de eerder verleende vergunning worden uitgegaan.
Op basis van de juridische beoordeling, waarbij alle mogelijkheden zijn overwogen, is de tijdelijke vergunning verleend. Daarbij is overigens wel opgemerkt dat hiermee de maximale termijn is bereikt en het bedrijf daarna moet overgaan het perceel conform de bestemming te gebruiken. Ondanks dat vindt het college het lastig dat zij niet in de gelegenheid is geweest de aanvraag te beoordelen.
Hieronder de vragen van de PvdA en onze beantwoording.
Vraag 1.
Kan het college bevestigen dat erin 2075 voor bovengenoemd bedrijfspand met agrarische bestemming inderdaad een gedoogvergunning is afgegeven voor een periode van vijf jaar onder voorwaarde dat het strijdig gebruik binnen vijf jaar zou worden beëindigd?
Antwoord:
Er is in 2015 geen gedoogbeschikking afgegeven. Wat wel is afgegeven, is een tijdelijke omgevingsvergunning voor de duur van 5 jaar (t/m mei 2020) voor het afwijkende gebruik door Rebo.
Vraag 2.
Kan het college bevestigen dat de groothandel in boeken tot op de dag van vandaag gebruikmaakt van bovengenoemd bedrijfspand en dat zij verlenging van de gedoogvergunning met vijf jaar hebben aangevraagd?
Antwoord:
De opslag van boeken door Rebo vindt tot op de dag van vandaag nog steeds plaats. De eigenaar van het pand heeft een verzoek om vergunning tot verlenging van deze termijn bij de Omgevingsdienst West Holland ingediend.
3. Is het college voornemens deze aanvraag te honoreren? Zo ja, welke overwegingen doet u tot dit besluit komen? Zo nee, op welke termijn gaat u op bovengenoemde locatie handhavend optreden?
Antwoord:
Ja, de tijdelijke vergunning is inmiddels verleend. Dit is een verlenging van de eerder verleende tijdelijke vergunning. Op grond van artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, waarbij kan worden afgeweken van de gebruiksregels van het geldende bestemmingsplan, is voor de periode 31 mei 201 5 t/m 31 mei 2020 vergunning verleend voor het in strijd handelen met de regels van het bestemmingsplan voor een ander gebruik van gronden of een gebouw.
Vergunningverlening op basis van deze afwijkingsregel kan voor de duur van maximaal 10 jaar. Bij het toetsen van de aanvraag om verlenging is juridisch gezien geen sprake van veranderde omstandigheden en zijn dus geen redenen aanwezig om de termijn niet met 5 jaar te verlengen. Hierbij is wel schriftelijk aangegeven dat daarmee het maximum van de termijn bereikt is. Het bedrijf moet daarna over gaan het perceel conform de geldende bestemming te gaan gebruiken.
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Noordwijk,