Datum: 02-10-2023 - 20:24
31
me
'23
Fractie VVD stelt vervolgvragen aan college over: gemeente Noordwijk eist na 55 jaar stukje grond terug op Boekhorsterweg.
Geschreven door Fractie VVD
Foto's Google maps

Fractie VVD stelt vervolgvragen aan college over: gemeente Noordwijk eist na 55 jaar stukje grond terug op Boekhorsterweg.

Vervolgvragen fractie VVD over: Gemeente Noordwijk eist na 55 jaar stukje grond terug op Boekhorsterweg: Naar aanleiding van in mijn bezit (mr J.C.F. Knapp VVD) zijnde nieuwe objectieve en verifieerbare gegevens, waaruit onder meer blijkt, dat de procesvertegenwoordiger(s) van de gemeente Noordwijk de kantonrechter expliciet onjuist heeft/hebben geïnformeerd, ben ik genoodzaakt onder meer vanuit rechtvaardigheidsoogpunt aanvullende vragen te stellen...

waarbij ook aandacht wordt gegeven aan het feit dat een juiste informatieverstrekking van wezenlijke betekenis is voor een goed functionerende rechtstaat.

Vervolg vragen:

Vraag 1
Heeft B&W kennisgenomen van de 11 pagina’s tellende zittingsaantekening van 16 maart 2023, waarin verslag wordt gedaan door de griffier van het ter zitting van de kantonrechter verhandelde en is B&W bereid om deze zittingsaantekening over te leggen aan de (leden van) gemeenteraad?

Vraag 2
Is B&W ermee bekend, dat de gemeente Noordwijk op 30 september 2022 met de buurman op Boekhorsterweg nummer 7A een overeenkomst heeft gesloten – derhalve onder de vigeur van het nieuwe Noordwijkse beleid -, waarin een vergelijkbare strook gemeentegrond als die van nummer 8 aan deze buurman zonder enige vergoeding verschuldigd te zijn in beheer is gegeven en waarbij expliciet in artikel 2 tweede lid is overeengekomen dat van huur geen sprake is.

Vraag 3
Is B&W bereid om deze overeenkomst aan de (leden van) de gemeenteraad te overleggen.

Vraag 4
Bent u met mij van mening, dat het antwoord van de gemeentelijk advocaat op een vraag van de kantonrechter (zie onderaan pagina 2 zittingsaantekening) in het kader van de discussie over het gelijkheidsbeginsel over het verhuurd zijn van een strook gemeentegrond aan de buurman op nummer 7, apert onjuist is.

Vraag 5
Is B&W met mij van mening dat het onjuiste antwoord van de gemeentelijke advocaat geen verspreking is nu hetzelfde antwoord op pagina 7 (4/5 de regel van onder) – citaat: “Nu ook verhuur op Boekhorsterweg 7 tegen het reguliere bedrag” – nogmaals aan de kantonrechter wordt gegeven.

Vraag 6
Is B&W met mij van mening dat een advocaat, die in de rechtszaal namens een publiekrechtelijke rechtspersoon stellige uitspraken doet, een geheel eigen verantwoordelijkheid heeft om de juistheid van die uitspraken vooraf te verifiëren en dat de daardoor ontstane imagoschade ongedaan dient te worden gemaakt. Wil u de gemeenteraad inzicht geven in de te nemen actie/ plan van aanpak om de imagoschade te verhalen.

Vraag 7
Is B&W met mij van mening, dat het verstrekken van onjuiste informatie aan de organen, tot wier constitutionele taak het behoort om de overheidsmacht te controleren, geen positieve bijdrage levert aan het vertrouwen van de inwoner in de politiek?

Vraag 8
Is B&W met mij van mening, dat het niet is uit te sluiten dat de kantonrechter, die met empathie bij herhaling heeft geprobeerd – zie de zittingsaantekening – wijziging te brengen in het rigide standpunt van de gemeente, bij kennisname van de gesloten beheerovereenkomst met de buurman van 7A en vaststellende dat op het beleid - anders dan door de gemeente Noordwijk gesteld - toch uitzonderingen mogelijk zijn, het beroep op het gelijkheidsbeginsel had gehonoreerd?

Vraag 9
Is B&W met mij van mening – de eigendomsvraag buiten beschouwing latend –, dat er geen enkele reden is om de bewoners van Boekhorsterweg 8, die 55 jaar lang met hun rechtsvoorgangers de strook grond in kwestie “oogstrelend” hebben beheerd, niet in dezelfde positie te brengen als hun buurman en is B&W ook bereid hieraan bij wijze van compromis in overleg met de bewoners van nummer 8 gevolg te geven.

Vraag 10
Is B&W met mij van mening dat alleen al op grond van billijkheid een proceskosten veroordeling niet meer aan de orde is.

Vraag 11
Is B&W tenslotte bereid om gelet op nieuwe feiten en omstandigheden af te zien van de mogelijkheid om het vonnis te betekenen? 

Vriendelijk groetend,
mr J.C.F. Knapp VVD