60-jarige Noordwijkerhouter één van de verdachten van moord op drugshandelaar Patrick van Dillenburg. (update: OM eist 17 jaar cel)

en vermoedelijke dood van drugsdealer Patrick van Dillenburg. De verdachten bezwoeren de rechtbank op dag één van de meerdaagse rechtszaak, dat deze verdachtmaking waanzin is. Getuige Dikke Robbie die destijds met beide mannen omging, gaf aan dat de verdachten op 31 december 2001 Patrick van Dillenburg wilden rippen van een cocaïnepartij.

De 38-jarige Amsterdammer zou van een vrouw uit Paramaribo koffers met coke krijgen op Schiphol. De 54-jarige verdachte zou de vrouw hebben opgewacht en meegenomen. Later zou Van Dillenburg zijn langs gekomen om verhaal te halen en zijn vermoord, zei Robbie. Hij vertelde verder tegen de politie dat de verdachte op een middag uit zijn dak ging en dat hij zijn kleren in een ton stopte met chemicaliën.

Later zou Robbie hebben begrepen dat het over Patrick van Dillenburg ging. Deze zou zijn begraven door de 54-jarige man uit Nederhemert, omdat hij onder invloed van drugs zijn mond aan hem voorbij praatte. Daardoor moest hij het lijk opgraven en ergens anders dumpen.

Beide verdachten noemen de beweringen in de rechtbank allemaal volslagen onzin. Zij waren zeker op Schiphol geweest om Patrick van Dillenburg te begeleiden bij de overdracht van koffers drugs eind 2001, gaven zij toe. De Noordwijkerhouter deed dat vaker, want zijn vriend was al eens geript onderweg tijdens een drugstransport.

Lees voor meer info over de zaak het politiebericht van mei 2019.

Update 14-12-2020
Vandaag 14 december heeft het OM tegen een 54-jarige man uit Nederhemert en een 60-jarige man uit Noordwijkerhout een celstraf van 17 jaar geëist. Beiden worden ervan verdacht in 2002 de 38-jarige Patrick van Dillenburg uit Amsterdam te hebben gedood en zijn lichaam verborgen te hebben.

Het toenmalige politieonderzoek heeft destijds onvoldoende opgeleverd om verdachten te kunnen aanhouden. In 2016 werd besloten de zaak aan te pakken als een coldcase. Daartoe werden verschillende opsporingsmiddelen ingezet.

Behalve dat er telefoontaps zijn aangesloten is er ook voor gekozen bij de verdachten ‘door agenten in burger stelselmatig informatie in te winnen’. Deze undercoveragenten hebben volgens een zorgvuldig traject een vertrouwensrelatie opgebouwd met de verdachten.

In één van de gesprekken met een undercoveragent heeft de 54-jarige verdachte verteld samen met de medeverdachte ene ‘Patrick’ om het leven te hebben gebracht door hem door het hoofd te schieten. Dat zou 20 tot 25 jaar geleden zijn gebeurd. Dit zou samenhangen met een ripdeal. Het lijk zou door een shredder zijn gehaald. Van dit gesprek zijn opnames gemaakt.

De verdachte is zelf met dit verhaal gekomen en heeft daaropvolgend vragen van de undercoveragent beantwoord. Dit gebeurde in een amicale en ongedwongen sfeer. Deze vorm van misleiding acht het OM gelegitimeerd en passend binnen de wettelijke normen en de recente jurisprudentie. De verklaringen zijn in vrijheid afgelegd. De 54-jarige verdachte waande zich onbespied en was in de veronderstelling gesprekken te voeren met een vriend.

De officieren van justitie zeiden vandaag op zitting dat in geen van de gesprekken tussen de 54-jarige verdachte en de undercoveragenten een voorwaarde is gesteld om te gaan verklaren. Er is geen gesprek met ‘de grote baas’ geweest of voorgesteld, zoals de verdediging van de 54-jarige verdachte heeft gesteld. Daarnaast is de 54-jarige verdachte geen ‘bergen met geld’ in het vooruitzicht gesteld.

In 2019 heeft de 54-jarige verdachte verklaard dat zijn verhaal tegen de undercoveragent een ‘broodje-aapverhaal’ was. Het OM gaat hierin niet mee en gaat ervan uit dat het verhaal tegen de undercoveragent de waarheid is. Het OM baseert dit op grond van het undercovertraject, de opgenomen gesprekken, nader onderzoek en getuigenverklaringen.

De rechtbank doet op 2 maart 2021 uitspraak.

Bron: diverse media.